Pulumi vs. Terraform/CDKTF: de belangrijkste verschillen op een rij

Taal en Ontwikkelaanpak Pulumi verschilt van Terraform in de manier waarop infrastructuur als code (IaC) wordt gedefinieerd. Terwijl Terraform een domeinspecifieke taal (HCL) gebruikt, stelt Pulumi ontwikkelaars in staat om industriestandaard programmeertalen zoals TypeScript, Python, Java en meer te gebruiken. Dit heeft zowel voordelen als nadelen.

Afbeelding

Terraform

• Een expert in Terraform kan zijn vaardigheden universeel toepassen, aangezien Terraform-code overal een voorspelbare structuur heeft.
• Het gebruik van HCL zorgt voor een standaard aanpak, waardoor teams gemakkelijker nieuwe leden kunnen inwerken.

Pulumi

• De flexibiliteit om programmeertalen te gebruiken, maakt zeer aangepaste en modulaire infrastructuurcode mogelijk, maar kan ook extra complexiteit introduceren.
• De fragmentatie over verschillende talen kan het lastiger maken om consistente community-bronnen en voorbeelden te vinden.

Terraform’s antwoord op Pulumi

CDKTF Terraform’s reactie op Pulumi is CDK voor Terraform (CDKTF), dat qua stijl sterk lijkt op AWS CDK, maar ondersteuning biedt voor meerdere cloudproviders. Net als Pulumi stelt CDKTF ontwikkelaars in staat om infrastructuur te definiëren met programmeertalen.

• CDKTF behoudt het ecosysteem en de structuur van Terraform-providers, wat de overstap voor bestaande Terraform-gebruikers eenvoudig maakt.
• In onze vergelijking vonden we de SDK van Pulumi echter gebruiksvriendelijker.
• CDKTF volgt een 1-op-1 mapping met Terraform-constructies, wat aantrekkelijk is voor Terraform-gebruikers, maar minder intuïtief kan zijn voor nieuwkomers.

Ondersteuning en Integratie van Providers Pulumi beweert alle Terraform-providers te ondersteunen en zelfs meer. Tot nu toe hebben we geen ontbrekende integraties ondervonden bij het gebruik van Pulumi.

Technische Vergelijking

Voordelen van Pulumi Pulumi biedt enkele technische voordelen ten opzichte van Terraform:

• Pulumi Automation API: 
  Hiermee kun je stacks programmatisch beheren. In plaats van handmatig 'pulumi up' uit te voeren, kun je dit direct vanuit je code in een ondersteunde taal doen, zonder de Pulumi CLI te gebruiken. Terraform heeft momenteel geen vergelijkbare functie.
• Pulumi AI: 
  Een AI-assistent die code genereert met behulp van een groot taalmodel (LLM). Hoewel het een veelbelovende functie is en aansluit bij de huidige AI-trends, heeft het nog rijping nodig. Voor eenvoudige gevallen genereert het bruikbare code, maar bij complexe scenario’s vergeet het eerdere vereisten en kan het functies verzinnen die niet bestaan.
• Directe Low-Level AWS API: 
  Pulumi ondersteunt zowel een low-level als high-level AWS API. De low-level API communiceert direct met AWS, wat betekent dat nieuwe AWS-functies beschikbaar zijn zodra AWS ze vrijgeeft. In Terraform moeten gebruikers wachten op een provider-update. De keerzijde is dat je code mogelijk moet herschrijven als je later overstapt van de low-level naar de high-level API in Pulumi.

Licentie- en Prijsmodel 

Het licentiemodel van Pulumi is vergelijkbaar met dat van Terraform. Gebruikers kunnen:

• Pulumi Cloud gebruiken voor state management, extra tools en enterprise-functies met verschillende prijsklassen.
• Kiezen voor een gratis model met een lokale backend, om cloudkosten te vermijden en infrastructuurstate zelfstandig te beheren.

Marktpositie en Adoptie 

Pulumi concurreert direct met Terraform en wint marktaandeel. Hoewel Terraform nog steeds de dominante speler is, positioneert Pulumi zich als een waardevol alternatief met een moderne ontwikkelaarservaring. Naarmate de adoptie groeit, breiden de community en het ecosysteem zich verder uit.

Conclusie 

Zowel Pulumi als CDKTF bieden krachtige Infrastructure-as-Code-oplossingen met ondersteuning voor meerdere programmeertalen. Terwijl Terraform en CDKTF vertrouwd aanvoelen voor Terraform-gebruikers, biedt Pulumi een meer ontwikkelaarsvriendelijke ervaring, zij het met mogelijke extra complexiteit. De uiteindelijke keuze hangt af van de expertise van het team, de projectvereisten en de voorkeur voor tooling.